Informatie van de dierenarts over huisdieren en het buitenland
Neemt u uw huisdier regelmatig mee op vakantie? Of wilt u een hond of kat meenemen vanuit het buitenland naar Nederland? We geven u graag wat nuttige informatie, zodat u weet waarmee u rekening moet houden.
Een dier meenemen naar het buitenland
Hondsdolheid
Als de hond, kat of fret de Nederlandse grens overgaat, is het verplicht om het dier te vaccineren tegen hondsdolheid (rabiës). Deze vaccinatie moet minimaal 21 dagen voor aankomst in het buitenland zijn gegeven. Voor de meeste landen van de Europese Unie is de vaccinatie 3 jaar geldig. Voor landen buiten de EU is de vaccinatie maar 1 jaar geldig. Naast de hondsdolheidvaccinatie is het verplicht om een officieel dierenpaspoort te hebben en moet het dier gechipt zijn.
Bloedonderzoek
Enkele landen eisen dat er vóór de invoer van het dier een bloedonderzoek is gedaan, waarbij is gemeten hoeveel antistoffen het dier heeft gevormd tegen de ziekte hondsdolheid. Deze hoeveelheid antistoffen moet boven een bepaalde grens liggen. Bepaalde landen willen dat dit bloedonderzoek al enkele maanden vóór invoer is uitgevoerd. Daarom adviseren wij u om tijdig met het bloedonderzoek te beginnen.
Ontwormen
Sommige landen vereisen daarnaast ook nog dat het dier enkele dagen of uren vóór invoer is behandeld tegen wormen. Neem voor de precieze invoereisen van uw vakantieland contact op met een van onze assistentes. Zij adviseren u graag over wat voor u en uw hond of kat van toepassing is.
Gezondheidsverklaring
Voor andere diersoorten is meestal een gezondheidsverklaring voldoende, maar neem voor de exacte invoereisen van uw vakantiebestemming contact op met een van onze assistentes.
Een dier meenemen uit het buitenland
Vakantiegangers nemen soms zwerfdieren mee naar huis. Zo nemen mensen regelmatig dieren uit Zuid-Europa mee. Daarnaast zijn er organisaties die dieren uit bijvoorbeeld Spanje in Nederland herplaatsen. Voordat u een dier meeneemt of adopteert uit het buitenland, houdt u rekening met de volgende punten:
Dieren uit het buitenland zijn vaak drager van infecties, die in sommige gevallen besmettelijk zijn voor mens én dier. Voorbeelden zijn babesiose en ehrlichiose. Deze ziektes worden overgebracht door teken. Om de invoer van deze ziektes te voorkomen is het aan te raden om het dier hierop te testen.
Zwerf- en asieldieren uit het buitenland zijn vaak niet goed gesocialiseerd en blijken in Nederland bijvoorbeeld onzindelijk of angstig te zijn.
Een dier uit een slechte situatie weghalen lost de situatie zelf niet op. Zolang de zwerfdieren zich kunnen voortplanten blijven er steeds nieuwe zwerfdieren bijkomen. En zolang de plaatselijke bevolking de dieren niet verzorgt blijven de dieren verwaarloosd.
Als u een dier meeneemt vanuit het buitenland doe dit dan weloverwogen en liever niet vanuit een impuls.
Wat te doen om een dier mee te nemen naar Nederland
Binnen de EU
Om een hond, kat of fret vanuit een ander land van de Europese Unie naar Nederland te brengen, is het verplicht om het dier te vaccineren tegen hondsdolheid. Ook moet het dier een dierenpaspoort en een chip hebben. Voor andere diersoorten die worden meegenomen als huisdier zijn geen eisen gesteld door de overheid.
Buiten de EU
Voor dieren van buiten de Europese Unie kunnen andere regels gelden. Naast de vereiste vaccinatie, het dierenpaspoort en de chip, is een bloedonderzoek nodig. Uit dit bloedonderzoek moet blijken dat het dier voldoende antistoffen tegen hondsdolheid heeft.
Neem voor de precieze invoereisen vanuit uw vakantieland contact op met een van onze assistentes Zij kunnen u adviseren wat voor u van toepassing is.