Hartaandoeningen bij honden en katten

Hartaandoeningen komen zowel bij de hond als de kat regelmatig voor. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen aangeboren en verkregen hartaandoeningen. Bij aangeboren hartaandoeningen gaat het bijvoorbeeld om een hartklep die niet goed is aangelegd of om een opening tussen de linker- en rechter zijde van het hart. Bij verkregen hartaandoeningen gaat het bij katten voornamelijk om HCM en bij honden voornamelijk om DCM.

Hartaandoeningen HCM en DCM

HCM is een aandoening van de hartspier waarbij een verdikking optreedt van de linker hartkamer. Als gevolg hiervan wordt de inhoud van het hart kleiner en wordt bij iedere hartslag minder bloed door het lichaam gepompt. De hond of kat heeft een verminderd uithoudingsvermogen, lusteloosheid en benauwdheid. Dit uit zich in een versnelde en geforceerde ademhaling waarbij de buikspieren meer worden gebruikt.

DCM is een aandoening waarbij de hartspier juist dunner wordt. Het hart zet uit en de inhoud van het hart wordt groter. In eerste instantie is dat een compensatiemechanisme van het lichaam om een verminderde hartspierwerking op te vangen, maar na verloop van tijd leidt dat tot vochtophoping in de longen of de buik. Ook hier zijn de voornaamste verschijnselen een verminderd uithoudingsvermogen, lusteloosheid, benauwdheid en hoestklachten.

Het vaststellen van een hartaandoening bij de dierenkliniek

Om een hartaandoening vast te stellen gebruiken we in de praktijk een stethoscoop, een röntgenapparaat, een ECG apparaat en een echoapparaat. 


Met een stethoscoop luisteren we naar het hart en letten we op het hartritme, de frequentie en eventuele bijgeluiden. Dit kan een eerste indicatie geven over de functie van het hart.

Een röntgenfoto gebruiken we om de grootte van het hart, maar ook om de toestand van de longen, te beoordelen. Hierbij gaat het er vooral om of er sprake is van vochtophopingen in de longen.

Een ECG apparaat gebruiken we om de prikkelgeleiding in het hart te meten. In de hartspier bevindt zich namelijk een zenuw en door de prikkels die deze zenuw afgeeft, treedt de ritmische hartwerking op. Waarbij de kamers, boezems en kleppen nauw op elkaar inspelen.


Een echo van het hart geeft inzicht in de onderlinge afmetingen van de kamers en de boezems, de functie van de hartkleppen en de doorstroming in het hart.

Aan de hand van deze onderzoeken verkrijgen we een totaalbeeld van de hartfunctie en is het mogelijk om een diagnose te stellen. Na het stellen van de diagnose stellen we een behandeling op met medicijnen. Ons doel is altijd om de kwaliteit van leven te verbeteren.